Hieronder een artikel uit de Breeders Special 2005 van het blad draf&rensport, nr.8 - 2013.
Titel "Van Vrijdag tot zondagmorgen"
door Ruud Stoop.
Het plekje tegen de duinen van Texel is een
lustoord voor dravers. Dat is duidelijk
wanneer Czarin Windspiel en Charlotte gezamenlijk met enkele veulens de 88-jarige
Jaap Schoorl over de door de zandgrond altijd
droge ondergrond duwen. Alsof zij willen
zeggen 'zonder jou waren we hier niet
geweest, ouwe...' Want de man die ooit in
Vrijdag een winnaar van de Grand Prix d'Hiver
kende, mag rustig als grondlegger van de
draverijfokkerij op Texel worden gekarakteriseerd. "En kijk wat het heeft opgeleverd",
lacht schoonzoon Nico van Heerwaarden
wanneer hij het tafereel gadeslaat. "Ik zeg
weleens tegen Ab Zaman, ik denk dat wij met
Czarin Windspiel en Charlotte de beste twee
fokmerries van de C-jaargang hebben..."
Nationale titels
We gaan eerst een halve eeuw terug, wanneer
Jaap Schoorl op de fotoboeken tikt. "Tsja, hoe
is dat toch gekomen, dat harddraven op
Texel? Eigenlijk ben ik begonnen als springruiter, want in 1928 werd ik lid van de landelijke ruiters. Zo'n beetje in de tijd dat mijn
vader een paard kocht van de familie Stoop
uit Waarland, een paard dat te licht was voor
het zware werk op het land. Met dat paard,
Tom, won ik al snel alle springconcoursen. Ik
weet nog dat hij 200 gulden kostte, dat was
toen nog een hoop geld." Later zag de
geboren Woudsmeerder zijn oogappel
verkocht worden. "Voor 500 gulden, ik zal
het nooit vergeten en eigenlijk heb ik dat mijn
vader nooit vergeven. Wat denk je, ik was een
knul van twaalf toen. Tom werd na een
springconcours in Anna Paulowna door mijn
vader verkocht aan iemand op Texel. Nou,
dat was misschien wel de eerste link..."
In geuren en kleuren kan Schoorl nog
verhalen over de nationale springkampioenschappen, waar hij in het Olympisch stadion
in september 1931 twee nationale titels
behaalde. "De vierkamp en het patrouillespringen, dat laatste onderdeel is overigens al
lang van de agenda verdwenen: te gevaarlijk.
Het was trouwens toch al onvoorstelbaar
hoor: springwedstrijden met hindernissen
van 1.40 of 1.50 voor paarden die geacht
werden verder gewoon in de landbouw te
werken..."
Sonja Belwin
In 1950 verhuisde de familie Schoorl naar
Texel en werd de bakermat gelegd voor wat
momenteel gerust als de succesvolle Valley-
stal door het leven mag gaan. "We kochten
Sonja Belwin, een merrie van Fried uit Ydeltuit." Diezelfde Ydeltuit was van Emma Baldwin, waarmee zowel in de moederlijn als de vaderlijn het bloed van Axworthy sterk aanwezig was. "We haalden haar voor 500 gulden bij Jan Brouwer van Duindigt weg. Ik weet nog dat ze ijzers als balken onder had.
Eigenlijk deugde de afstamming van
moederszijde niet." Fried, die bij Richard
Bosma en Bonne de Jong dekdiensten
verrichtte, was natuurlijk in orde. Aanvankelijk was er veel scepsis in fokkerskringen tegen
de hengst, die vooral opviel door zijn lieve
karakter. De Duitse Derbywinnaar voerde
niet alleen Peter the Great (zelf ooit een
toevalstreffer uit een recordloos schimmeltje
en een talentloze merrie)- en Axworthy-bloed,
maar ging in de moederlijn ook terug op het
Engelse volbloed. "Die vader was dus prima,
maar de moederlijn van Sonja Belwin was
verder niet bijzonder", constateert Schoorl
ruim een halve eeuw na dato.
Xelma Kitty
De momenteel in Dirkshorn woonachtige
oud-fokker bleek er echter wel oog voor te
hebben. Zo zag hij op Duindigt eens een
product van Kitty Zora en Double Six M.
"Een nerveus diertje dat veel aan de start
verloor. Ik dacht meteen: als ik dat toch eens
kon kopen." Uiteindelijk kreeg hij begin
jaren vijftig het merrietje, Xelma Kitty, in handen.
"Ik heb de vraagprijs van oude Jan Wagenaar
zo geaccepteerd." En uiteraard weet hij ook
de geboden prijs nog: 3.250 gulden. Met Kitty
Zora had Jan Wagenaar sr. in 1946 de Derby
gewonnen, maar ook de Jofferprijs en de
Productendraverij stonden op haar palmares,
daarmee was ze eigenlijk één van de grondleggers van wat later het succesverhaal werd
van de Wagenaar-clan, toen nog actief aan de
Rentmeesterlaan in Amstelveen. Door een in
1949 opgelopen beenblessure was haar koersloopbaan weliswaar kort, maar werd wel de
ruimte gecreeerd voor een langdurige carriere
in de fokkerij.
Met Xelma Kitty werd op Texel de trein in
gang gezet, want de merrie zou de 'stammoeder' blijken van de latere Van Heerwaarden-toppers.
Vrijdag
Nog meer bizar was de
manier waarop de `stamvader' in beeld kwam:
Vrijdag. "Das helemaal een sterk verhaal. Jan
de Leeuw had de jonge hengst, die in Wieringerwaard stond, eigenlijk 'over de telefoon'
gekocht, maar toen hij Vrijdag zag, wist ie
niet hoe hard hij moest weglopen. Uiteindelijk is die koop geloof ik ongedaan gemaakt
met een doos sigaren als afkoopsom. Toen
ben ik eens wezen kijken." Schoorl trekt een
gezicht alsof de maden hem te lijf gaan: "De
rug eruit, de knieën van de achterbenen tegen
elkaar en enorme dotten haar. Het dier wilde
niks van ons weten, met een haak aan een
eindje ijzer hebben we hem te pakken weten
te krijgen." Toen kon Schoorl ook een ander
oordeel vellen over de hengst: "Toen ik hem
in onderdelen ging bekijken, viel het allemaal
wel mee: een prachtig hoofd, een beetje
mager maar met een echte hengstenhals,
goeie schouders en de stand was ook niet echt
verkeerd. Het beest was nog nooit bekapt,
maar had vier ronde voeten waar niks aan
mankeerde..."
Schoorl besloot de hengst drie maanden 'op
proef te nemen' en zou daar geen spijt van
krijgen. "Hij was doodsbenauwd, maar ik
wist hem toch te mannen. Vergeet niet, ik
woog toen 180 pond", lacht de tachtiger, die
nu bij fikse noordenwind ook zonder veerboot naar het vasteland zou waaien. "We
timmerden een boxje, leerden hem eten - hij
wist niet eens wat voer was - en tenslotte
hadden we het gevoel dat we hem onder
controle hadden."
Onvoorstelbaar: de hengst,
die met Gerrit Schoorl, de vader van Jaap, op
het eiland de eieren rondbracht, zou later op
imponerende wijze de Grand Prix d'Hiver
winnen en in 1964 met Bram Nottelman in
Hilversum als tienjarige het Kampioenschap
Nederlandse paarden op zijn naam schrijven.
Zijn voorganger was Quicksilver S (1962 en
1963) die ook in de twee jaren na Vrijdag
won. In 1964 liep Vrijdag op Groningen zijn
record van 1.19.6, waarmee hij op de elitelijst
bij de eerste 25 belandde. Een lijst die toen,
wrang genoeg, werd aangevoerd door zijn
latere concurrent als dekhengst, Mac Kinley
(17.3, Recklinghausen, 1955).
Boven: De jonge Vrijdag wordt in de Texelse duinen gereden door
eigenaar Jaap Schoorl.
Boven: De jonge Vrijdag wordt op het Texelse strand door
eigenaar Jaap Schoorl klaargestoomd voor zijn latere carrière
bij Bram Nottelman.
Elma Kinley
Terug weer even naar de moederlijnen, naar
Xelma Kitty (1.32,6) dus. De merrie die
Schoorl zo graag wilde hebben. Hij liet haar
eerst dekken door de al gememoreerde Mac
Kinley, het fokproduct van Henny de Vries
waarmee Martin Vergay in zijn Geersen-periode zoveel succes boekte. Als koerspaard
viel het resultaat van die vrijage, Elma Kinley,
niet helemaal mee, hoewel 19.000 gulden
indertijd toch een behoorlijke winsom was.
Maar in de fokkerij vestigde ze voor een
langere periode haar naam. "Via Varna Kinley
en Ilse Phoenix is in Duitsland nog een serie-winnaar als Scott Phoenix bij Hans van
Keeken in de baan gekomen." Deze Scott
Phoenix won bij onze oosterburen onder
meer de goed gedoteerde Niersia Pokal.
Broertje U Like Phoenix wist er eveneens al te
winnen en moeder Ilse Phoenix verdiende zelf
overigens ook nog bijna een ton.
Vrijdag als dekhengst
Doordat Mac Kinley niet het gewenste resultaat bracht, zette Schoorl de eigen hengst
Vrijdag - die tot 1963 op goedkeuring had
moeten wachten - aan het werk. "Denk overigens niet dat ik zomaar wat deed. Ik zal wat
pedigrees op papier hebben gezet." De
combinatie Ouverture en Vrijdag leverde
meteen Friday op, die eerst bij Heyman en
later Niemeyer zo'n 50.000 gulden
verdiende." Vervolgens kwamen Goodwill
(56.000 gulden) en Indien ("ze wonnen beide
een beker als snelste tweejarige, Indien won
als driejarige ook nog de Stayersprijs"), Jury
(van Mr Way), Lente, Mary-Ann (beide weer
van Vrijdag) en Ouverture. De laatste, een
merrie van Bedevil, zou de eerste fokmerrie
worden van Schoorl's dochter Tine en schoonzoon Nico van
Heerwaarden.
"Ouverture mankeerde wat aan de voorbenen
en is daarom vrij snel de fokkerij in gegaan.
We hebben met haar echter ontzettend veel
pech gehad, zo kreeg ze eerst een dood
hengstveulentje van Jojo Buitenzorg. Voor
mij is zoiets de nachtmerrie voor een fokker.
Ik heb liever dat een merrie een jaartje gust
blijft dan zoiets.
Charlotte
Na Alert, van Noble David
die we verkochten aan Vergay, kregen we
Charlotte. Die is inmiddels twintig jaar en al
haar kinderen zijn uiteindelijk in de baan
gekomen. In mijn ogen een bijna unieke
prestatie", aldus de 52-jarige aannemer uit
Den Burg. "Charlotte was een van de eerste
producten van Nanouk als dekhengst, die
niet veel kinderen heeft gebracht. "Te weinig
waardering", vindt Schoorl: "Het was een
hele beste hengst, ik zie hem nog een topkoers
winnen op Duindigt tijdens de Lage Landen-meeting. Nanouk stond bij Vergay en daar
hebben we altijd prima contacten mee
gehad."
Charlotte, die gezien de verstandhouding
beleerd werd door Vergay, maar later
verhuisde naar Aonne de Wrede, zou vanwege
peesproblemen geen grootse koersloopbaan
opbouwen. In de fokkerij vestigde ze echter al
snel haar reputatie. De eerste nazaten waren
producten van de bij Hans Tambach ter
dekking staande Speedy Somolli-zoon Speedy
Haven. "Harald Haven heeft met Martijn
Gruppen ontzettend veel gewonnen, hij loopt
hier nog altijd in de duinen. Vervolgens
kwam Island Haven. Wanneer die de kop
had, was de hengst bijna niet te kloppen.
Sjaak Geluk en later Rob de Vlieger boekten
veel successen met hem voor eigenaar Mulls
Veken." Ook het derde kind van Charlotte
verscheen in de baan. Just in May liep
een record van 1.18 en bracht inmiddels zelf
goed ogende dravers als Starlit Valley en Utah
Valley. "Just in May heeft zelf op alle banen
gewonnen. Ook als fokmerrie laat ze zich
goed aanzien. Al mijn merries geven veel
melk bij het spenen, voor mij is dat een
belangrijke voorwaarde. Om die reden heb ik
de merrie Music Groenhof destijds ook weer
verkocht. Ik had gewoon het gevoel dat ze
niet bij mij paste..."
Van het volgende Charlotte-kind, Karin
Kitty ("die kon heel hard lopen, eigenlijk
barstten al die kinderen van Charlotte van
het talent") is inmiddels Rainbow Valley in
de baan geweest. "Veel mensen denken dat
we met onze naam verwijzen naar Valley
Victory, maar dat is niet het geval. De naam
slaat op het gebied waar onze paarden lopen,
een vallei in de duinen. We hebben voor een
dergelijke naam gekozen omdat we onze
dravers toch op een bepaalde manier herkenbaar willen laten zijn, vergelijkbaar met de
naam Buitenzorg. De eerste die de achternaam kreeg was Liberty Valley, een product
van een andere Nanouk-merrie, Basta."
Overigens is Rainbow Valley inmiddels
drachtig van Santana Boko. "Bewust voor
gekozen. Santana is van een oude Amerikaanse stam en we kunnen wel wat snelheid
gebruiken."
Na Karin Kitty (die werd verkocht aan
Heerhugowaarder Piet Asjes, voor wie ze
onder meer de na castratie overleden Vasco
da Capo bracht) volgde Nimble Valley. "Die
opende in haar kwalificatie destijds in 1.15,
maar ze heeft dat nooit waar kunnen maken.
Er was iets met haar rug, heel jammer voor
eigenaar Asjes en trainer Tom Kooyman."
Pacific
Valley
Nadat een jaartje werd overgeslagen, bracht
Charlotte haar eerste echte topper: Pacific
Valley. "Van Mondo Joe. Hij heeft met Rob
de Vlieger nog meegedaan aan het Kampioenschap der Vijfjarigen in Treviso, waar hij
voor eigenaar Martin Hoogland zevende
werd achter de winnende Kiwi en de als
tweede eindigende Kleyton. En in dat veld
was de derde plaats destijds niet ver weg",
aldus Van Heerwaarden, die zich overigens
verbaasde over de geringe belangstelling die
het optreden van zijn fokproduct destijds
oogstte. "Alleen hier op Texel is er veel over
geschreven. Het is leuk om te zien hoe de
mensen in deze omgeving dan meeleven met
zo'n paard."
Boven: Pacific Valley, hier met Kurt Roeges, behaalt een
mooie zege in de Standardice-prijs 12-11-2006.
Charlotte bleef intussen koersbeste paarden
brengen. "De Mondo Joe-zoon Royal Valley
werd tijdens de Unitrotveiling voor 10.000
gulden verkocht aan Jaap van Vliet. Een
groot talent, ik heb nog nooit een tweejarige
gezien die zo hard kon lopen. Helaas begon
zijn loopbaan met een beenbreuk. Daar is hij
weliswaar van hersteld en hij doet het bij
Siem Hartman nog heel behoorlijk, maar we
zullen nooit weten wat er zonder die breuk
was gebeurd." Bij Jos van Koolwijk staat
inmiddels Toscane Valley, een General
November-zoon die inmiddels is
gecastreerd. "Na een rondje gooide hij steeds
het anker uit..."
Van Heerwaarden noemt zich meer een 'man
van fokken dan van koersen'. Wie de liefde
voor zijn dravers van nabij ziet, weet wat
daarmee wordt bedoeld. "Het begeleiden van
zo'n veulen, de eerste keer dat je zo'n dier een
halstertje omdoet, dat zijn voor mij mooie
momenten. Aan de andere kant is het altijd
weer moeilijk afstand te doen van een fokproduct. Zoals met Utah Valley, van Woodland
Park en Just in May, die twee jaar geleden
tijdens de Unitrotveiling werd verkocht en
vervolgens naar Utrecht ging om daar als testpaard te dienen. Daar doe je het als fokker
uiteindelijk niet voor."
Wat het geheim van zijn successen is, daar kan
de eilandbewoner geen antwoord op geven.
Al denkt hij dat de basis wel wordt gelegd op
het fraaie duinlandschap aan de boorden van
de 'Hof van Eden', ooit de woonstee van
Gerrit Schoorl, de vader van Jaap. Niet voor
niets bracht eerst Ouverture en later Charlotte topdravers alsof ze aan de lopende band
stond af te veulenen. "De veulens lopen hier
op anderhalve hectare duingebied en hebben
door de ondergrond nooit last van natte
voeten. Dat is volgens mij een belangrijke
reden. Paarden in de blubber, dat zie ik niet
graag. Er staat op dat stuk land ook een hok
waar ze kunnen schuilen, maar je ziet ze er
nooit in gaan. Wanneer het slecht weer is,
staan ze altijd op dezelfde plek te schuilen
achter een duin. En onze veulens zijn nooit
ziek, misschien heeft dat ook te maken met de
superschone lucht hier." Des te opvallender
dat Van Heerwaarden eigenlijk de enige
fokker is op Texel. "Van Paul Hoogendijk
hebben we Sandor H nog in de baan gezien,
maar verder zou ik het niet weten." Hoogendijk, woonachtig in Den Burg, fokte met
Hellas W ook al een dochter van Speedy
Haven.
Boven: Nico van Heerwaarden met zijn fokmerries en veulens.
De Texelse duinen
Wie het duingebiedje bekijkt, ziet meteen
welk een eldorado het is voor de toekomstige
draftoppers. "Kijk", zegt Jaap Schoorl als hij
een vlak stuk aanwijst. "Hier was mijn oude
trainingsbaan." Nico van Heerwaarden
onderneemt een sprintje tegen een duinpannetje op. Lachend: "En hier was de tribune:
twee paaltjes met een plank erover..."
Op het vroeger door Schoorl van Staatsbosbeheer gehuurde land zijn er voor Van Heerwaarden nauwelijks beperkingen meer, dat
was vroeger wel anders. "We mochten
bijvoorbeeld niet bijvoeren. Tsja, dat deed ik
natuurlijk stiekem toch en het werd oogluikend toegestaan. Man, het is een pracht. In de
zomer eten ze hier van de bramenstruiken en
we moeten er vroeg bij zijn, anders dan
hebben ze de rijpe peren hier ook nog eerder
te pakken dan wij. Bang dat er war verkeerds
groeit, ben ik niet. Dan zou ik daar al eerder
achter zijn gekomen."
"In de ochtenduren zie ik altijd hetzelfde
ritueel wanneer ik aan kom lopen bij het
hek. Eerst Just in May met haar veulen,
vervolgens Charlotte met haar veulen en dan
die van Czarin Windspiel." De moeder van
Milo Windspiel heeft Van Heerwaarden
samen met Ab Zaman. Van Coktail Jet heeft
het bevriende duo nu Wedgewood Valley
staan. "Dat hebben we in de tussentijd wel
geleerd, je kunt beter investeren in goed
materiaal dan fokken voor niets", aldus het
span bij het aanschouwen van het veulen.
"Vorig jaar hadden we er samen in totaal vier,
die bij de SWS-veiling voor goed geld
werden verkocht. Dan is uiteindelijk de
fokpremie je plus. Ik mag me gelukkig
prijzen, met onze producten zijn we er altijd
goed uitgesprongen", aldus het duo. Vorig
jaar kwamen Victoria Valley, Velvet Valley,
Lady Beaumont en Vincente Valley onder
de hamer. "Daar zijn we best wel trots op.
Twee gingen er naar Vibelzee en een naar
Peter Strooper. Dan heb je het als fokker
getroffen, want je bent natuurlijk altijd beter
af wanneer jouw fokproduct uiteindelijk bij
een goede trainer aan de gang gaat. Dat
vergroot de kans op succes." De naam Van
Heerwaarden viel tijdens die veiling nog in
een ander verband. "We hebben een ooilam
beschikbaar gesteld om die te veilen voor het
goede doel." Want niet alleen bij de dravers
weet men in Texel de juiste snaar te taken,
ook met het 'huismerk' van het eiland is de
naam Van Heerwaarden in fokkerskringen
terug te vinden in de winnaarsring.
Van de inmiddels twintigjarige Czarin
Windspiel is helaas relatief weinig fok-
materiaal in de archieven terug te vinden.
Vóór de Derby-winnaar Milo was er Igor
Windspiel, maar vervolgens viel er weinig
opmerkelijks meer te noteren tot Royal
Park ("volgens Peter Strooper als jong
paard een van de beste die hij ooit heeft
gezien"), Sherwood Park en Vincente
Valley, die in 2003 het leven zag. "De
merrie heeft heel weinig geluk gekend wat
dat betreft", weet Zaman, intussen gepokt
en gezameld in de drafsport en eerder
eigenaar van meerdere topdravers en
dekhengst Woodland Park. "Ik zou er een
boek over kunnen schrijven wat die merrie
allemaal mee heeft gemaakt. Ze is nu
twintig, ik denk dat we haar nog 'n keer
door een goede hengst live laten dekken,
dan heeft ze vervolgens haar rust wel
verdiend. Want ik vind altijd dat het
respect voor her paard voorop moet
staan", aldus Zaman.
Naschrift:
Jaap Schoorl is in augustus 2013 op 96-jarige leeftijd overleden.
|